Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [43]Gij [44]onderhoudt [45]dagen, en [46]maanden, en [47]tijden, en [48]jaren. 43. Hier verhaalt de apostel enige soorten van de voorzegde elementen of eerste beginselen, aangaande de onderhouding der Joodse feestdagen. Zie Rom.14:5. 44. Namelijk naar de wijze der Joden, om daarmede God dienst te doen en daardoor gerechtvaardigd te worden. 45. Dat is, de sabbaten, alle weken eens omkomende, Ex.20:8; Kol.2:16. Namelijk voorzoveel die ceremonieel en den Joden eigen waren. 46. Dat is, de feesten der nieuwe maanden; Num.28:11. 47. Dat is, de grote jaarlijkse feesten van pasen, pinksteren en loofhutten, Ex.23:15,16, enz. 48. Dat is, het zevende en ook het vijftigste jaar; Ex.23:10; Lev.25:4,6,10, enz.